vrijdag 17 oktober 2014

Heilzame kippen II


Ik herinner me dat ik lang niet alle waargebeurde verhalen die Paul Auster in deze bundel samengebracht heeft even verrassend vond, maar "The chicken", ingezonden door Linda Elegant uit Portland, Oregon, is een pareltje. Zie voor andere waarachtige kippen hier.
"As I was walking down Stanton Street early one Sunday morning, I saw a chicken a few yards ahead of me. I was walking faster than the chicken, so I gradually caught up. By the time we approached Eighteenth Avenue, I was close behind. The chicken turned south on Eighteenth. At the fourth house along, it turned in at the walk, hopped up the front steps, and rapped sharply on the metal storm door with its beak. After a moment, the door opened and the chicken went in." (p. 3)
Paul Auster (ed.), I thought my father was God, and other true tales from NPR's National Story Project. Picador, New York, 2001.

donderdag 16 oktober 2014

Liefdesverhalen



Het onhebbelijke van een nawoord is dat ik het steeds vooraf lees, waardoor mijn lectuur 'gekleurd' wordt; op een voorwoord sla ik daarentegen vaak geen acht, omdat het zich te zeer opdringt nog voor de echte lectuur kan aanvatten. In deze thematische selectie uit duizend-en-meerdere verhalen, vertaald door Jeroen Brouwers, geen van beiden: welkom in Robert Walser's hyper-sensitieve universum. Opnieuw en opnieuw en opnieuw deconstrueert Walser onze verhalen over de liefde en/of het falen daarvan, om zich een weg te banen doorheen zijn eigen perceptieve en lijdende geest, zo lijkt wel - verhalen als een uitweg. Finaal, onder meer, houdt hij ook onszelf een spiegel voor: je leeft niet op die Ene, maar slechts op de hunkering naar die Ene die met je samenvalt. Krijg je dit niet verwerkt, dan moet je op je 55ste stoppen met schrijven, wordt je opgenomen in een sanatorium, waar je op een maagdelijke winterdag een wandeling maakt door de glinsterende sneeuw die het aanhoudende geroezemoes onder je schedelpan en dat van de wereld verstilt, om nooit meer terug te keren, zonder er zelfs in het minste erg in te hebben:
“Ik beef, ik dwaal af. Het leven staat als een reus voor me. Het vel papier vliegt van me weg, het lijkt wel of ik koorts heb. De pen rent voort, ik ben bang. Ik moet de buitenlucht in, zodat ik afkoel en me een beetje neutraler voel, anders smelt ik. Wat ben ik armzalig in de zee van opwinding. Toch ben ik blij, want ik denk, dat alleen de armzalige in staat is om zijn eigen benauwde zelf de rug toe te keren, om op te gaan in iets beters, aan het zwevende, dat ons gelukkig maakt, aan de beweging die niet stokt, aan iets verhevens, dat steeds groeit, aan het dartele algemene, aan het nooit verdwijnende doodgewone, dat ons draagt, tot het ons in vrede mag begraven.” (uit: "Vriendschapsbrief", p. 113)
Robert Walser, Liefdesverhalen. Vert. Jeroen Bouwers. Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2007.

Woorden als waanzinnige eis en de 'waanzin' na de woorden (aanvulling)


Het citaat van Peter Handke waarmee Stefan Hertmans het gedicht "Drie appels en een berg" uit zijn bundel Muziek voor de overtocht besluit, komt uit "Epopöe vom Verschwinden der Wege oder Eine andere Lehre der Sainte-Victoire", het laatste poëtische proza-essay uit Noch einmal für Thukydides (Rezidenz-Verlag, Salzburg und Wien, 1990, p. 34-38).
“Toen besefte de door een dergelijke ravage dolende, struikelende en
soms ook duizelig rondtollende man dat hij door de brand van de
Sainte-Victoire een weg had verloren.”
"Dem durch solche Zerstörtheit Irrenden,
Stolpernden und manchmal auch schwindlig Dahintorkelnden wurde dann klar,
daß er mit dem Brand der Sainte-Victoire einen Weg verloren hatte..."
Ik ga op zoek naar de vertaling, want zeker dit Duits ben ik niet machtig: Peter Handke, Nog één keer voor Thucydides. Vert. Anneriek de Jong. Rothschild & Bach, Amsterdam, 1991. Overigens, ik had al sneller wat verder kunnen kijken dan mijn neus langs is, want ook "Langsame Heimkehr", het eerste deel van de gelijknamige tetralogie, verscheen ooit in een Nederlandse vertaling: Peter Handke, Langzame terugkeer. Vert. Gerrit Bussink. A.W. Bruna Uitgevers, Utrecht, 1981.